Het IJ
Kun je het je voorstellen? Dat ijs hierboven is ‘t IJ, anno 1837. Van de vijftiende tot en met de negentiende eeuw maakte Amsterdam een kleine ijstijd door. Dan schaatste je ‘s winters naar de overkant en warmde je jezelf weer op met koek-en-zopie. In de negentiende eeuw betekende dat een cocktail van bockbier, rum, eieren, kaneel en kruidnagelen. Dan hebben we nu toch liever chocolademelk of glühwein.
Een (z)wak voor geld
Het schilderij van Charles Leickert rechts-boven vertelt een grappig verhaal. Vanwege alle ijsschotsen had de veerman een extra hoge toeslag gevraagd. Twee gulden betalen in plaats van twee dubbeltjes? Mooi niet, dacht de twintigjarige Willem Albert Scholten, rechts in beeld. Dan liep hij wel naar Noord. Willem betaalde met een val in een wak en een kletsnatte jas. Leickert schilderde dit tafereel in opdracht van Willem, die een rijke industrieel werd. Tja, wie rijk wil worden moet zuinig zijn.


